Bevrijders naar Fryslân

Geplaats door Bevrijdingsfestival Fryslân

ONZE BEVRIJDERS

Nog één keer terug naar Fryslân

In de nacht van 5 op 6 juni 1944 koersten 6.330 schepen en landingsvaartuigen, ondersteund door een luchtvloot van ruim 10.000 vliegtuigen vanuit Engeland richting Frankrijk. Zij zetten op D-day, de eerste dag van Operatie Overlord, ruim 153.000 soldaten op de Normandische stranden om uiteindelijk ook onze provincie te bevrijden van de Tweede Wereldoorlog. Onder hen waren Jim Parks en Arthur Boon. Nog één keer maken ze de reis naar Nederland om vieringen en herdenkingen bij te wonen.

“De overtocht in 1944 was geen pretje”, zegt Jim Parks. Hij loog destijds over zijn leeftijd om te kunnen dienen in het leger. De veelal jonge soldaten zaten opeengepakt in de schepen. Zwijgend, tot het uiterste gespannen, de meesten een sigaret in de mondhoek. Ze waren vlak voor vertrek gebriefd. ‘Vandaag is de dag der dagen. Doe je plicht. Dit is geen oefening.’ “Er werd niet gesproken”, zegt Parks. “Je hoorde alleen het klotsen van de golven. Iedereen wist ‘het gaat beginnen’.”

Als in een roes

Toen de eenheden in hun landingsvaartuigen stapten en richting de branding van Juno Beach voer, kregen ze een onophoudelijke Duitse kogelregen over zich. Bovendien was het ‘pretty nasty weather’, stormachtig zelfs. Net als andere soldaten sleepte Parks gewonde en gedode buddy’s over het strand. Hij beleefde het als in een roes. “Ik deed dingen zonder na te denken. Je wilt zelf blijven leven, maar om je heen drijven je makkers in zee. Sommigen dobberden nog en fluisterden om hulp. Toen ik een van hen vasthield stierf hij.”

“Toen ik eindelijk naar de branding waadde, heb ik al mijn spullen afgegooid, ook mijn geweer”, vervolgt Parks. “Ik moest wel, alleen al mijn basisuitrusting woog twintig kilo. Pas achter de zandduinen van Juno Beach kon ik op adem komen. Veel Canadese soldaten, voor wie D-day de vuurdoop was, waren verstijfd van angst. Tijd voor verdriet om een omgekomen maat was er niet, want je moest door. Je kon zelf de volgende zijn.”

“Het was alsof de emoties die vijf jaar lang waren onderdrukt, er eindelijk uit mochten”

We hadden ons over de kloof van de zee heen gevochten, en deden dat weer in de strijd door Normandië”, vertelt Arthur Boon. “We kwamen via België terecht in het Noorden van Nederland. Dat is waar we de hele winter van 44en 45 bleven. Het was een zware winter. Kinderen leden honger. Sommigen hadden van de komst van de bevrijders gedroomd, er op gewacht. We werden als helden onthaald. Mensen waren aan het zingen, lachen en huilen tegelijkertijd. Het was alsof de emoties die vijf jaar lang waren onderdrukt, er eindelijk uit mochten. Het was een heerlijk gevoel.”

Jim Parks keerde in september 1945 terug naar Canada. Arthur Boon vertrok in juni 1946 uit Nederland. De Nederlanders en Canadezen hebben een unieke band gekregen sinds de gebeurtenissen in de oorlog. Het is een gevoel van kameraadschap dat niet uit te leggen valt aan de familie thuis. “Alleen als we hier zijn, komt dat gevoel weer boven”, aldus Boon.

De laatste keer naar Fryslân

Nog eenmaal keren Arthur Boon en Jim Parks terug naar Fryslân, uit naam van al hun medestrijders die vochten voor onze vrijheid. Hun programma in Fryslân op en rond 5 mei is grotendeels besloten. De veteranen zijn aanwezig bij de Provinciale Herdenking op 4 mei en de opening van Bevrijdingsfestival Fryslân op 5 mei. Beide zijn live te volgen via Omrop Fryslân. De herdenking tevens via een livestream van Leeuwarder Courant.

 

Jim Parks in 2018, foto Jan Sjoerd Geertsma

Jim Parks in 2018, foto Jan Sjoerd Geertsma

 

Art Boon in 2018, foto Jan Sjoerd Geertsma

Art Boon in 2018, foto Jan Sjoerd Geertsma